Een koppeltje
Nijlganzen in het Te Boelaerpark heeft kuikens gekregen. Een verrassing voor de
wandelaars die dachten dat er maar één gans zat.
In het Te Boelaerpark waggelt een Nijlgansenpaar met drie
kuikentjes rond. Dat is een verrassing voor de parkbezoekers want die zagen al
weken slechts één gans rondlopen. Zelfs
op de Krugerplein & Peperbusblog werd geschreven over de eenzame gans. Al
die tijd moet het andere dier goed verborgen op het nest gezeten hebben. En met vruchtbaar resultaat.
Nijlganzen behoren ondanks hun naam en hun vorm tot de
eenden. Ze komen oorspronkelijk uit Afrika maar werden in Europa ingevoerd als
siervogel. Waarschijnlijk zijn er een aantal vogels ontsnapt en konden zij zich
handhaven. De soort is zeer algemeen langs meren, moerassen, rivieroevers en
grasvelden. Meer en meer wordt de soort ook waargenomen langs vijvers van
parken en recreatieve gebieden.
Volgens het ‘agentschap natuur en bos’ werd de Nijlgans in
België voor het eerst in het wild gesignaleerd in 1984. Het eerste koppel
broedende ganzen werd waargenomen in 1993, in Oost-Vlaanderen. De West-Europese
populatie wordt momenteel geschat op ongeveer 2500 broedparen. Tussen het
agentschap en deze beesten botert het niet echt. “Want”, zo zegt het
agentschap, “omwille van het hoge risico voor de Belgische biodiversiteit wordt
de soort als problematisch geïdentificeerd”.
(Gelezen in Gazet van Deurne)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten