- Ten
huize Jan Cools, begin jaren ‘50 -
Ik was in het bezit gekomen van een boekje “Gezelschapsspelen”. Het ganzenbord en Mens-Erger-Je-Niet e.a.
liet ik voor wat ze waard waren, en voor het schaakspel beschikte ik over een
minibord en –stukken. Na verloop van
tijd had ik de diagonalen en de andere lijnen onder de knie.(...) Ik dacht het te kennen, won regelmatig tegen mijn eega
(...) en toog op zoek naar een schaakclub in het
Borgerhoutse. Naast dat prullenboekje
was er overigens toentertijd niet zoveel schaakliteratuur op de markt. Enkel de populaire Euwetjes en nog een werk
van Frits van Seters; voor meer nieuws moest men de grens over.
Wie zoekt, die vindt. Er was
een schaakclub in Borgerhout: “Ons Welzijn”.
Gesticht in de tijd van de catacomben, allez, voor de oorlog (die van
40/45 natuurlijk) en gevestigd in het parochie-centrum van O.L.V. ter Sneeuw,
met ingang in de Reuzenpoort. Ge moet nu
niet direct naar deze historische plek gaan bedevaarten. Zoveel respect genoten de schakers niet van
de overheid. De bulldozers hebben hun
werk degelijk uitgevoerd. Wel, Ons
Welzijn was gevestigd in de lokale patronage (in de volksmond: “de
Pattere”). Dat wilde geenszins zeggen
dat alle leden kerkgangers waren, verre van.
Iedereen was welkom. Dus, ik er
op een avond, heel moedig en zelfbewust naar toe. Een beetje ronddrentelen, eerst wat naar de
biljarters kijken, en dan schoorvoetend, en al heel wat minder zelfbewust, naar
de schaakspelers. Binnen de kortste
keren werd ik aangesproken door de secretaris.
Dat was toch zeker wel Gaston Dockx !
Die gaf me wat uitleg over de club, en stelde me voor een partijtje te
spelen. Ja natuurlijk, daarvoor was ik
gekomen. En trouwens, ik zou die
secretaris eens laten zien dat ik er ook iets van kende. Ik had toch niet voor niets enkele zetten van
buiten geleerd. Speelde die Gaston
iedere keer wat anders. En na die 4 of 5
partijtjes wist ik ineens waar ik stond.
NERGENS ! Het was dank zij de
vaderlijke speech en de bemoedigende woorden van Gaston, samengevat onder de
noemer dat we allemaal zo beginnen en dat men veel moet spelen en verliezen om
te leren, dat ik de volgende weken ben teruggegaan.
Uit het archief van de Borgerhoutse Schaakkring
Geen opmerkingen:
Een reactie posten