dinsdag 25 februari 2014

LIVAN deel 5: Een immense krater





Op de hoek van de Stenenbrug met de singel is er een immens grote put van wel 25 meter diep. Dit groot rond gat is de werfput of werftoegang waarlangs indertijd de tunnelboormachine onder de grond werd gebracht en ander werfmateriaal naar beneden werd gelaten. Deze put was lange tijd overspannen met een net en werd sporadisch gebruikt door de brandweer om er oefeningen te houden. Nu is er weerom veel bedrijvigheid. 

De tunnels werden gegraven met een bentonietschild, ook nog wel “metromol” genoemd. Het was een zevenarmige boorkop met messen voor het wegschrapen van de grond. De techniek van het bentonietschild is niet eenvoudig uit te leggen. Maar ik doe een poging: Bentoniet is een in de natuur voorkomende natrium-kleisoort met deeltjes die zo klein zijn dat ze de grond waterdicht kunnen maken. Het nut van bentoniet bij het boren komt door zijn unieke eigenschappen. Water met een relatief kleine suspensie van bentoniet vormt een iets vaster materiaal. Voor je gaat denken dat ik werkelijk zo’n bolleboos ben: ik heb het ook maar opgezocht hoor.

Geen opmerkingen: