De Helmstraat. Kwam een aantal jaren geleden in het nieuws vanwege de vondelingenschuif. Die hadden ze daar veel eerder moeten plaatsen. Op 19 mei 1924 schreef de krant De Vooruit dat er in de Helmstraat te Antwerpen een pakje gevonden was met het verminkte lijkje van een pasgeboren kind van het vrouwelijke geslacht. Het lijkje droeg verschillende brandwonden over het hele lichaam, terwijl de handjes en de voetjes reeds verkoold waren. Het was vermoord door de moeder, en verbrand in de kachel. De Herentalse volkszanger Louis Ardies-Bequet dichtte er meteen een lied over (`Een pasgeboren kindje door zijne moeder verbrand`), in de barokke stijl die marktzangers zo kenmerkt:
Vaartwel gij kindje teder
In den Hemel is nu uwe woon
Gods wraak zal ze wel treffen
Van te begaan zulke wrede moord
Ook in een ander lied - ´Wreede Kindermoord te Antwerpen´ - is het bezongen:
Ach, wat komt er weer te gebeuren
Een afschuw´lijke kindermoord
Die menig moederhart doet treuren
Zo monsterachtig ongehoord
(uit ´Het moordlied in de Zuidelijke Nederlanden (XXe eeuw)´ van Julien De Vuijst, Aurelia Books, Brussel, 1977. Pagina 54)
Vaartwel gij kindje teder
In den Hemel is nu uwe woon
Gods wraak zal ze wel treffen
Van te begaan zulke wrede moord
Ook in een ander lied - ´Wreede Kindermoord te Antwerpen´ - is het bezongen:
Ach, wat komt er weer te gebeuren
Een afschuw´lijke kindermoord
Die menig moederhart doet treuren
Zo monsterachtig ongehoord
(uit ´Het moordlied in de Zuidelijke Nederlanden (XXe eeuw)´ van Julien De Vuijst, Aurelia Books, Brussel, 1977. Pagina 54)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten