In de tijd dat de mensen hun mond (en andere lichaamsopeningen) nog niet volhadden van fijn stof, kwam er al wel een andere vijand uit de lucht gevallen: de zure regen. Deze had het (onderandere) gemunt op gebouwen. En het huis van God werd in deze ook niet gespaard. In die mate dat het in 1963 noodzakelijk werd geacht om dringende herstellingswerken uit te voeren.
Foto uit de prachtcollectie van Eddy Schillemans
Geen opmerkingen:
Een reactie posten