Je zal het maar meemaken. Je houdt een grote schoonmaak in het park. Elke boom met knoesten of plekken hak je gelijk om. Elke tak die meer dan 3 meter voorbij de stam uitsteekt, zaag je af. En als je dan denkt dat de situatie onder controle is, breekt er een tak af en dondert die pardoef op de wandelweg.
Dan kan je twee dingen doen. Je start een nieuwe ronde op van zagen en hakken en kappen. Tot er enkel nog zaailingen overblijven. Of je zegt tegen de mensen dat ze in een park zijn en dat ze voorzichtig moeten zijn onder de bomen
.
.
En laat ons ook even denken aan de eekhoorns, vleermuizen en vogels. Zij hebben grote bomen nodig. Liefst met gaten en spleten om zich in te verschuilen.
Trouwens, afgevallen takken zijn van alle tijden. Maar toentertijd sprong men er enigszins anders mee om:
Het spook
Eens keerde vader laat naar huis
Daar sprong voor hem met veel gedruis
Een lelijk spook !
't Had scherpe horens lijk nen os
En 't wilde ermee op vader los
Oei lelijk spook !
Maar vader greep het bij de kop
En hief de boeman vierkant op,
Hei lelijk spook !
Hij smeet het beest in 't kolenkot
En sloeg en kapte 't heel kapot
Daar lelijk spook !
En sloeg en kapte 't heel kapot
Daar lelijk spook !
De stukken stookte moeder dan
En heette ermee de koekenpan
Ha lelijk spook !
En heette ermee de koekenpan
Ha lelijk spook !
We lachten met de bullebak
't Was maar een afgewaaide tak
Dag lelijk spook !
Geen opmerkingen:
Een reactie posten