In de buurt van het vliegveld zijn er ook heel wat sociale
woningen. Jozef Libertstraat, Lanteernhofstraat, Ruimtevaartlaan,
Luchtvaartstraat, Kardinaal Cardijnplein, Alfred Oststraat, Gitschotellei, …
Huizen van de sociale
huisvestingsmaatschappij ‘De
Ideale Woning’.
Enkele dagen geleden: ik wandel door een van deze straten. Ik
raap een leeg blikje op om het wat verder in de vuilnisbak te pleuren. Een
buurvrouw die dit ziet spreekt mij aan: “De buurt is aan het verloederen.” “Kom,
kom” zeg ik “dat kan je toch bezwaarlijk menen, uiteindelijk is het leuk wonen
hier”. Ze roept haar man die gras staat
te schoffelen op de oprit en herhaalt: “Ik zeg net tegen Wilfried dat de buurt aan het
verloederen is.” Haar man reageert onmiddellijk: “Dat is heel juist en dat komt
omdat ze het hier vol bruine zakken steken.” “Pardon?” vraag ik, even een
tel uit mijn lood geslagen, “wat zeg jij nu?” “Awel, ze steken het hier vol met
negers en van die andere soort. Niet moeilijk dat het hier verloedert.” Zij
merkt dat ik niet mee ga in hun analyse en zegt tegen haar man: “Schat, zegt
dat niet, je weet niet voor welke politieke partij hij is.” De man draait zich
om en gaat verder schoffelen.
Zij merkt hoe slecht deze woorden zijn
gevallen en probeert olie op de golven te gieten. “Hij zegt het wel hard, maar
eigenlijk is dat wel zo, hé. Kijk onze buren nu, dat zijn Marokkanen. Nu, niet
dat we last hebben van hen. Maar die
krijgen kindergeld en dopgeld, hè. Altijd maar krijgen en verder doen ze niks. Bekijk hun oprit maar eens met al het onkruid daar. En onlangs zei Fatima dat
ze het jammer vond dat de alleenstaande vrouwen in de huizen naast ons bleven wonen, want dat
ze een aantal vriendinnen had met kinderen die ook graag zo’n huis wilden. Is
dat niet schandalig, die oude menskens uit hun huis willen zetten.” Ik kijk
naar de reeks huizen voor mij, 7 in het totaal. Huizen met meerdere slaapkamers,
bedoeld voor grote gezinnen. Ik overloop even de bewoners: een weduwe, een
weduwe, ons openhartig echtpaar, de familie van Fatima met kinderen, een
weduwnaar, een oud echtpaar, een weduwe. Ondertussen ratelt buurvrouw verder: “Zou
jij dat pikken als jij uit je huis zou moeten?” Ik ben volkomen murw getetterd
en kan enkel nog maar zeggen dat het huis waar ik woon met eigen centen is
betaald en niet met overheidsgeld. Ik
zoek wanhopig de uitweg zodat ik geen onbeleefde dingen zou terug zeggen.
Want ik zie de zonne-installatie op hun dak, door hem zelf aangelegd en niet
aangegeven. Dat had ze er een vorige keer al eens uitgeflapt.
Eigenlijk ben ik van mijn melk. Bruine zakken, zo zei hij
het letterlijk. De aanwezigheid van deze mensen verloedert de buurt. Hoe
verdraagzaam volkje zijn wij toch. Hardwerkende en rechtschapen mensen in een oceaan van profitariaat en mediocriteit. “Ik heb niks tegen vreemden maar ze
moeten niet in mijn straat komen wonen.” “Ik heb niks tegen gelovigen maar ze
moeten mij niet bekeren.” “Ik heb niks tegen homo’s maar ze moeten van mijn
lijf blijven.” Ik voel heel veel plaatsvervangende schaamte.
Foto: een onderhoudsploeg van de reinigingsdiensten houdt
een verloederde buurt schoon. Foto genomen in de Ruimtevaartlaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten