In één van de vele versies van de 18e-eeuwse liedbundel 'Thirsis Minnewit' staat het liedje 'Ik ging laatstmaal de willegeboompjes tellen'. In de literatuur over volksmuziek wordt 'bomen tellen' vaak gezien als een tijdverdrijf van iemand die niets beter te doen heeft. Toch zijn er mensen die zich daarmee serieus onledig houden.
Frans Amelinckx maakte in 1954 een lijst van de bomen in het Te Boelaarpark. Hij telde toen 35 verschillende boomsoorten. In 2002 telde de lijst bomen (en enkele struiken) 52 soorten. Daaronder de Spaanse aak, de gele pavia, de ginkgo, de valse christusdoorn en de ruwe iep. Wilgenboompjes heb ik nog niet geteld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten